Niet-functionerend hypofyse adenoom

Een niet-functionerend hypofyse adenoom is een goedaardig adenoom van de hypofyse dat geen hypofysehormonen maakt. Een niet-functionerend hypofyse adenoom (NFA) is niet zeldzaam, het komt ongeveer bij 5-10% van de mensen voor. Bij de meeste mensen geeft een NFA geen klachten. Over het algemeen zijn NFA’s klein, bijvoorbeeld kleiner dan 1 cm. Wanneer een NFA gaat groeien, kunnen de volgende klachten ontstaan:

  • Hoofdpijn
  • Problemen met het zien
  • Klachten ten gevolge van de uitval van hormonen, zoals vermoeidheid, minder spierkracht, verstoorde menstruatie of impotentie.

De problemen met het zien kunnen bestaan uit wazig zien, verminderde beweging van de oogspieren of het niet meer zien van voorwerpen aan de zijkanten van blikvelden (ook wel gezichtsvelden genoemd).

Een NFA wordt meestal bij toeval ontdekt. Bijvoorbeeld als een scan van het hoofd om andere redenen wordt gemaakt. De diagnose NFA word gesteld door bloedonderzoek en een MRI van de hypofyse. Zie voor meer informatie over dit onderzoek de patiëntenfolder ‘MRI-onderzoek’ van de afdeling Radiologie. Daarnaast wordt bij alle patiënten met een adenoom groter dan 1 cm, de oogarts gevraagd om het gezichtsvermogen en de gezichtsvelden te beoordelen.

Niet iedereen met een NFA hoeft behandeld te worden. Een klein adenoom (kleiner dan 1 cm) zonder klachten behoeft geen behandeling. Wel zullen controle scans gemaakt worden om te beoordelen of het adenoom groeit.

Een groot adenoom met druk op de oogzenuwen of een adenoom dat heel dicht bij de oogzenuwen komt, wordt meestal wel behandeld. Ook een groot adenoom dat groeit, wordt over het algemeen behandeld. Deze behandeling bestaat uit het verwijderen van het adenoom met een operatie aan de hypofyse. Zie voor meer informatie over de operatie de patiëntenfolder 'Hypofyse adenoom, de operatie'. Bij een groot aantal mensen zal het gezichtsvermogen na de operatie herstellen.

MUMC+
Informatie over de operatie aan een hypofyse adenoom
Online folder

Bij een aantal mensen zal na de operatie het adenoom toch weer gaan groeien. Er wordt dan een afweging gemaakt of een tweede operatie mogelijk is, of dat de behandeling bestaat uit bestraling van het adenoom. Na bestraling groeit een adenoom meestal niet meer.

De tekorten van hypofysehormonen die voor of na de operatie zijn ontstaan zullen behandeld worden met medicijnen.

Mensen met een groot NFA blijven onder controle van de dokter. Controles zullen bestaan uit navragen van klachten, bloedonderzoek, MRI-scan van de hypofyse en zo nodig bezoeken aan de oogarts.

Sluit de enquête