Soms maken de bijschildklieren te weinig bijschildklierhormoon. Dit wordt hypoparathyreoïdie genoemd. In de meest voorkomende situaties ontstaat dit na een operatie in de hals, waarbij ook de bijschildklieren zijn meegenomen. Een enkele keer komt het door bestraling van de hals, of door een auto-immuun aandoening waardoor de bijschildklieren niet meer goed werken. Door het tekort aan bijschildklierhormoon ontstaat een laag calcium; dit geeft de volgende klachten: tintelingen (met name aan de handen), spierkrampen, algehele spierzwakte en moeheid.
De diagnose wordt gesteld door middel van bloedonderzoek. Er wordt dan een laag parathormoon en een laag calcium gehalte gemeten in het bloed. De behandeling bestaat uit calcium tabletten en vitamine D tabletten. Bij een ernstig verlaagd calcium kan kortdurende behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk zijn met calcium toediening in de bloedbaan.