Regelmatig wordt er bij beeldvormende onderzoeken (echo, CT-scan of MRI) per toeval een bijniervergroting gevonden. We noemen dit een bijnierincidentaloom. Dit gebeurt bij ongeveer 4% van de CT-scans die om een andere reden gemaakt worden.

Omdat de bijnier verschillende hormonen maakt, wordt er onderzocht of deze bijniervergroting gepaard gaat met te hoge hormoonproductie. Dit komt bij één op de zeven bijnierincidentalomen voor. Dit onderzoek bestaat uit bloed- en urineonderzoek.

De meeste bijniervergrotingen zijn goedaardig. De beeldvormende onderzoeken laten dan specifieke kenmerken zien. Als er geen hormoonoverproductie is wordt na een aantal maanden beeldvormend onderzoek (CT- of MRI-scan) herhaald om eventuele groei op te sporen.

Als er hormoonoverproductie is wordt de bijnier over het algemeen verwijderd (bijnieroperatie).  Ook als er twijfel is over de goedaardigheid, als er groei is of bij een bepaalde grootte (meestal boven 4 cm) wordt de bij toeval vergrootte bijnier verwijderd.

Sluit de enquête